Afscheid van onze zwart-witte tuxedokat


Ik schrijf dit de ochtend nadat we onze kattenprinsesje hebben moeten laten inslapen, een paar maanden nadat we afscheid namen van onze rode kater. Zij was de tuxedo cat waarnaar ik dit domein vernoemd had, meer dan tien jaar terug. Ze is ‘maar’ 13 jaar geworden. En hoewel dat blijkbaar het gemiddelde is, voelt het alsof ze is weggerukt uit ons leven, oneerlijk vroeg. En ik mis haar, en ik mis de jaren die we nu niet hebben gekregen met haar. (TW: ik schrijf hier over de dood van mijn kat. Lijkt me duidelijk, maar ik wil niet dat iemand zich onnodig de stress inleest.)

Het begin

Ze zat alleen in een hokje in het asiel. ‘Ze is wat kattig en kan niet met de andere katten overweg’, zei de jongen die rondliep op de afdeling. De andere katten liepen vrolijk miauwend om ons heen. Maar ik had alleen oog voor haar. ‘Kijk nou even verder,’ zei de mevrouw. ‘Er zijn veel socialere katten.’ Dus heel gedwee ging ik alle hokken langs. Knuffelde een oude siamees, werd belaagd door een amoureuze lapjes kat en had ze het liefst allemaal meegenomen. Maar ik kwam terug bij haar. Het hokje ging open.

Ze zat als een keizerin op een smal plankje tegen de achterwand. Haar pootjes gevouwen onder haar borst. Ik stak mijn hand in de kooi om haar aan mijn hand te laten ruiken en ik werd meteen getrakteerd op een fikse mep. De snelheid waarmee ze met haar pootje uithaalde was intimiderend. Mijn gozer stond naast me en zij keek naar hem. Toen stond ze op, sprong voor hem en draaide zich op haar ruggetje. Hij mocht haar wel aaien. Ze had haar favoriete mens gevonden en ik was het niet.

Zij en hem, en ik

En zo ging het dat ze mee naar huis ging. Eenmaal thuis liep ze door de woonkamer alsof ze er altijd gewoon had en wij (ik) degene was die bij haar kwamen wonen. Ik mocht niks. Niet aaien, niet naar haar kijken, niet proberen te paaien met snoepjes. Maar mijn gozer, dat was haar alles. Ze was verliefd op hem, ik weet het zeker. Als ik de kamer uitliep, lag ze in haar stoel; kwam ik terug, dan schoot ze van zijn schoot af, waar ze haar plekje had gevonden als ik er niet bij was. Nachten bracht ze het liefst door in zijn nabijheid. Ik was duidelijk het derde wiel. Maar ik hield ook vol.

Langzaam begon ze me te vertrouwen. Eerst mocht ik haar snoepjes en eten geven, toen mocht ik haar aaien (maar alleen over een afgebakend stukje op haar ruggetje). En ze stond toe dat ik haar een kusje gaf tussen haar oren. En toen mocht ik haar eindelijk eens optillen. Toen waren we wel 12 maanden verder. Alle affectie kwam van mijn kant. Maar de eerste keer dat zij bij mij aan het voeteneinde van het bed zat, stemde mij hoopvol dat ze nog wel zou ontdooien.

Warmer en liever

Volgens het asiel was ze kattig, een ‘loner’ en een echte kat voor een flat. Maar dat kattige viel uiteindelijk wel mee, nadat ze ons vertrouwde. Een tweede kat erbij ging moeizaam, maar ze vonden samen een weg. De kat en de kater lagen al binnen een jaar samen op de bank of op het bed. Geen geknuffel, maar zij vertrouwde hem sneller dan zij mij vertrouwd had. En toen we verhuisden naar een woning met een tuin, was ze helemaal gelukkig. Ze bepaalde zelf wanneer ze buiten was en weer thuis kwam. De kater bleef liever binnen. En toen we weer verhuisden naar een flat, pastte ze zich goed aan. Er was niks mis met soezen in de zon op een balkon.

En wat ben ik blij dat ze niet buiten in de tuin of in het parkje was. We hoorden een bons, ongewoon, want ze was altijd zo voorzichtig. De hond rende de woonkamer in, ik achter hem aan. Ze wankelde langs mij heen, de werkkamer in, op zoek naar mijn gozer. Ze tolde rond op de grond, alsof ze viel. De hond dook op haar, ik trok hem weg. Zij tijgerde miauwend naar mijn gozer, haar gozer, en klampte zich vast aan zijn burostoel. Ze bleef miauwen. Wij waren stil. Bij de dierenarts werd duidelijk dat dit, onverwacht, onze tijd met haar beëindigde. Veel te vroeg. ‘Ze is een oude dame’, zei de dierenarts. ‘Ze heeft niet eens de kans gekregen om grijs te worden,’ zei ik.

Ze is kalm en rustig ingeslapen. We missen haar.


3 reacties op “Afscheid van onze zwart-witte tuxedokat”

  1. Ja, dat kan ik mij best voorstellen, 2 katten zo kort op elkaar en nu alleen de hond nog. En dan ook nog eens onverwachts. Ik heb het andersom meegemaakt. Met 2 honden binnen een jaar en dan de vooral de laatste heel onverwachts met nog maar 10 jaar oud (maltezer) toen nog wel 2 katten over, maar dat voelt toch weer anders dan een hond. Net als dat het voor jullie nu anders zal voelen dat de hond er nog wel is, maar de statige poezedame niet meer. Dieren hebben allemaal zo hun eigen karakter, dat je ze toch altijd wel mist, wanneer ze er ineens niet meer zijn. Nogmaals veel sterkte toegewenst.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *